Met KING operatie NUP en voorloper EGEM is een “fundament gelegd waarmee overheidsorganisaties zelf aan de slag kunnen” (citaat uit de publicatie “Het fundament onder de digitale overheid is gelegd”, www.e-overheid.nl). Eind 2014 loopt Operatie NUP af maar tot medio 2015 blijft een deel van de ondersteuning en instrumenten nog bestaan. Hoe het daarna gaat lopen staat nog niet vast, maar Digitaal 2017 zal daarbij leidend zijn.
Het eind van 2014 is een mooi moment om de behaalde resultaten te evalueren en communiceren. Veelal gebeurt dit vanuit de programma’s, de ministeries en het VNG. Dit artikel schetst de ontwikkeling van de nog prille gemeentelijke informatievoorziening en wat dit voor individuele gemeenten heeft betekend. Voor veel van de Telengy-adviseurs is dit een “trip down memory lane”. Velen hebben vanaf het begin meegewerkt aan de ontwikkeling van de gemeentelijke informatievoorziening en de ondersteuningsprogramma’s, bijvoorbeeld als systeemontwikkelaar, projectleider, implementator, trainer of adviseur.
Van rekencentra naar I&A-coördinator
In de jaren ’80 waren gemeenten voor hun administratie aangewezen op regionale rekencentra. Ze werden daar in toenemende mate ontevreden over. In 1984 zijn de comptabiliteitsvoorschriften ingevoerd en kwamen er minicomputers met enkele gemeentelijke applicaties beschikbaar. Dat bood gemeenten de kans om de administratie in-huis te automatiseren. Al snel volgden applicaties voor belastingen, de sociale dienst en met de GBA natuurlijk voor burgerzaken. Om persoonsgegevens te delen werden applicaties slim aan elkaar gekoppeld.
Omdat datacommunicatie zeer beperkt was moesten alle gegevens, computers en bijbehorende zaken in-huis geplaatst worden. Iemand met affiniteit voor computers nam het beheer op zich.
PC’s en PC-netwerken gaven de automatisering rond 1990 een nieuwe impuls. Er kwamen steeds meer applicaties en systeembeheer werd een serieuze functie. Met de doorontwikkeling van de informatievoorziening deed vervolgens de gemeentelijke I&A-coördinator zijn intrede.
Ontwikkelingen laatste decennium
Vanaf 2004 is onder meer Pragmatika, de eerste Midoffice-architectuur en Nederlandse Overheid Referentie Architectuur ontwikkeld. In 2007 gevolgd door het Referentiemodel Stelsel Gemeentelijke Basisgegevens en in 2008 de Gemeentelijke Model Architectuur en het Standaard Uitwisselings Formaat. Datadistributiesystemen, gegevensmakelaars en brokers kregen een centrale rol in de Midoffice. De gemeentelijke informatievoorziening en -architectuur kreeg steeds meer vorm.
Antwoord en zaakgericht werken hebben gemeenten geholpen de elektronische dienstverlening te professionaliseren. Daarmee is ook het uitgangspunt geïntroduceerd dat relevante informatie integraal voor het klantcontactcentrum beschikbaar moet zijn. Dat heeft een impuls gegeven aan brokers en verdergaande koppelingen en integraties tussen de inmiddels vele lokale applicaties.
Het EGEM-i programma heeft gemeenten onder andere geholpen met realisatieplannen voor de implementatie van de verschillende e-overheid bouwstenen. In 2011 zijn die bouwstenen in het i-NUP programma gebundeld. KING heeft gemeenten de afgelopen jaren bij de implementatie ondersteund, met een breed scala aan instrumenten en initiatieven.
Gijzeling belemmert innovatie
Dit alles vormt nog steeds de basis voor de visie op gemeentelijke informatievoorziening en de wijze waarop we ontwikkelingen lokaal implementeren. Inmiddels is dat zo ‘ingeburgerd’ dat we het vanzelfsprekend vinden dat gemeenten een autonome systeemomgeving hebben. Veel bestuurders en organisaties zien het zelfs als een voorwaarde voor hun gemeentelijke autonomie.
Echter, netwerken zijn inmiddels allemaal met elkaar verbonden; overal is internet, veel applicaties en voorzieningen zijn (ook) via internet te gebruiken en er komen steeds meer landelijke services en portalen. Informatievoorziening wordt weliswaar steeds belangrijker voor gemeenten maar het hebben van eigen en lokale ICT wordt minder belangrijk.
Door ontwikkelingen zoals (keten-)samenwerking, regionalisering, landelijke voorzieningen en basisregistraties overstijgt informatievoorziening steeds vaker de gemeentelijke organisatie. Informatievoorziening wordt echter nog steeds terugvertaald naar de gemeentelijke informatievoorziening en -systemen. En daar zorgt de veelheid en variëteit aan applicaties en leveranciers voor toenemende complexiteit. De reflex is nog meer standaarden en koppelvlakken maar hierdoor wordt het nog complexer en veelal helaas onstabieler en duurder. De instandhouding vergt steeds meer budget en gaat ten koste van innovatie. Bovendien maakt het beveiliging en borging van privacy nagenoeg onmogelijk en heel kostbaar.
Het aantal zelfstandige gemeenten blijft gestaag afnemen. De gemeentemarkt wordt daardoor eigenlijk te klein voor het grote aantal leveranciers en applicaties. Hierdoor is er te weinig investeringsruimte bij marktpartijen. Het blijven voldoen aan standaarden vergt nu al veel van de beschikbare capaciteit en dat vertraagt de adoptie van nieuwe standaarden en koppelvlakken. Er zijn ondersteunings- en leveranciersmanagement programma’s nodig om standaarden af te dwingen en gemeenten aan te zetten tot implementaties. Gemeenten worden geconfronteerd met investeringen in nieuwe versies, steeds complexere implementaties en verstoring van bestaande koppelingen. Het houdt bovendien de bestaande situatie in stand. Deze vicieuze cirkel draagt bij aan het gevoel dat gemeenten gegijzeld worden door hun leveranciers en dat er in onvoldoende tempo ontwikkeld wordt.
Gemeentelijke informatievoorziening op koers
Er is de afgelopen jaren met inzet en gedrevenheid veel bereikt op het gebied van gemeentelijke informatievoorziening. Er zijn genoeg successen te melden en complimenten en waardering zijn zeker op z’n plaats. Het heeft gemeenten veel opgeleverd maar de prijs die zij ervoor moeten betalen is hoog. En op de huidige koers gaat het steeds meer middelen en capaciteit vergen. De vraag is echter of gemeenten wel echt innoveren en of de dienstverlening voor burgers en bedrijven ook daadwerkelijk en snel genoeg op het gewenste niveau komt. Wegen de resultaten wel voldoende op tegen de investeringen en zijn we in staat om beveiliging en privacy daadwerkelijk voldoende te borgen?
Zeker is dat er nog heel veel moet gebeuren om de ontwikkelingen in de maatschappij bij te houden maar bovendien dat het niet alleen maar duurder en complexer moet worden voor gemeenten. Dit is een belangrijke uitdaging en vereist voor de komende jaren fundamentele veranderingen in de bestaande koers, visie en aanpak.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ton de Wit, adviseur bij Telengy, via tel. nr. 06 22 97 29 46 of via e-mail:t.d.wit@telengy.nl.
Dit artikel is een inleiding op het thema “Innovatieve informatievoorziening bij de overheid”.
Samen de koers bepalen
Telengy wil graag met u stil staan bij de koers voor de gemeentelijke informatievoorziening voor de komende jaren. We doen dit in 2015 onder andere met verdiepende publicaties en een themabijeenkomst over de toekomst van de gemeentelijke informatievoorziening. Meer informatie hierover in onze volgende edities van Overheid in Beweging.