Home » Actueel » Beschermd wonen naar alle gemeenten

Beschermd wonen naar alle gemeenten

Sinds 2015 zijn gemeenten op grond van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk voor de taak Beschermd Wonen (BW) voor mensen met psychiatrische problemen of licht verstandelijke beperkingen. De uitvoering van BW wordt, namens alle gemeenten, gedaan door 43 centrumgemeenten. Daarnaast wordt door de overheid steeds meer gestuurd op inclusie. Dat betekent dat iedereen zoveel mogelijk mee moet kunnen doen in de maatschappij; ook mensen met een beperking dus die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen. Gemeenten zijn dus aan zet om dit te realiseren. Vanaf 2021 zullen alle gemeenten BW zelf moeten organiseren. Jos van Dijk, senior adviseur bij Telengy, begeleidt een tweetal gemeenten hierbij.  

Beschermd wonen en de Wet langdurige zorg

In 2015 verscheen het rapport van de commissie Dannenberg: ‘Van beschermd wonen naar beschermd thuis’. De huidige populatie BW is op dit moment 30.000 mensen die wonen in een beschermde woonomgeving en daar ook begeleiding ontvangen. De doelstelling van het Rijk is dat op termijn de helft, 15.000 mensen, begeleid gaan wonen in een ‘gewone’ woning met begeleiding, extramuraal dus. De verwachting is dat met deze transformatie tenminste 10 jaar gemoeid zal zijn.  

Gelijktijdig met de overgang van BW naar alle gemeenten wordt de Wet langdurige zorg (Wlz) opengesteld voor mensen die hun leven lang intensieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nodig hebben. Ongeveer een derde van de huidige populatie BW zal naar verwachting instromen in de Wlz. De exacte aantallen kunnen per gemeente verschillen. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zal deze beoordelingen verzorgen. De beoordelingen zullen verspreid over 2020 plaats vinden.  

Zorgcontinuïteit is voor deze groep klanten belangrijk. Door het Zorgkantoor actief te betrekken bij deze overgang, bijvoorbeeld bij het opstellen van de inkoopstrategie en de inkoop kan een deel van deze kwetsbare doelgroep mogelijk bij dezelfde zorgaanbieder blijven.  

Inkoop

Gemeenten zullen ervoor moeten zorgen dat er op 1 januari 2021 nieuwe contracten liggen. In de regionale plannen van aanpak die bij het Ministerie zijn aangeleverd, zijn daar vaak al afspraken over gemaakt. Die plannen blijken echter nogal globaal te zijn. Vaak zien we dat de bestaande relatie met de huidige centrumgemeente in stand blijft. Gemeenten maken in deze situatie dan ook veelal de keuze om complexe zorg door de centrumgemeente te laten uitvoeren. Deze gemeenten hebben immers al veel expertise opgebouwd en veel voorzieningen bevinden zich in die gemeenten.  

Voor een inkooptraject of aanbesteding is al gauw een jaar nodig. Dat betekent dat er nu al nagedacht moet worden over de inkoopstrategie. Onderdeel daarvan is de duur van de contracten. Een succesvolle transformatie is eigenlijk alleen mogelijk als aanbieders betrokken worden bij de inkoop. De duur van de contracten, continuïteit van zorg en een niet te abrupte afbouw van intramurale zorg zijn onderdelen die aandacht moeten krijgen. Dat samenspel tussen gemeenten, Zorgkantoor en aanbieders is belangrijk om te voorkomen dat mensen tussen de wal en het schip vallen, of dat aanbieders in liquiditeitsproblemen komen en de continuïteit van zorg in de knel komt 

Daarnaast zal de duur van de contracten realistisch moeten zijn. Wanneer van aanbieders wordt verwacht dat zij veranderingen doorvoeren en contracten aanbieden met een korte doorlooptijd, is de kans groter dat aanbieders onvoldoende in staat zijn de gewenste veranderingen ook daadwerkelijk te realiseren. Daar staat tegenover dat mogelijk nieuwe aanbieders zich gaan aandienen die een deel van de (nieuwe) markt gaan verzorgen.  

Toegang

De toegang tot BW wordt in veel gevallen verzorgd door de centrumgemeente. De vraag is hoe gemeenten dit vanaf 2021 gaan organiseren. Bij de lokale toegangen zal kennis over BW opgebouwd moeten worden, zeker als de keuze wordt gemaakt om de complexe zorg regionaal te organiseren en de lichtere zorg lokaal in te zetten. Want waar leg je de knip tussen complexe zorg en lichtere zorg en hoe reken je de kosten toe?  

Daarbij zal ook de vraag naar geschikte huisvesting aan de orde komen. Door regionaal samen te werken, kan de zorg zo efficiënt mogelijk worden ingezet en kan dure, intramurale zorg eerder worden afgeschaald als bijvoorbeeld geschikte woonruimte bij een omliggende gemeente beschikbaar is. Eén van de huidige knelpunten bij BW is het gebrek aan geschikte woonruimte waardoor er onvoldoende doorstroming is en dure zorg onnodig lang doorloopt.  

Verdeelmodel

Op dit moment ontvangen centrumgemeenten voor BW en Maatschappelijke Opvang (MO) jaarlijks een bijdrage voor de uitvoering. Eventuele tekorten zijn voor rekening van de centrumgemeenten. Dat gaat veranderen. Per 2021 ontvangen alle gemeenten één budget voor BW, MO én Begeleiding (BG). Dat bedrag zal gebaseerd zijn op historische uitgaven, maar stapsgewijs de komende jaren worden omgezet naar een objectief verdeelmodel.  

In maart 2019 is al een voorlopige verdeling van de budgetten bekend gemaakt. Eventuele tekorten komen dan vanaf 2021 ten laste van alle gemeenten. Interessant is om na te denken over een vorm van verevening van kosten als een gemeente door niet te beïnvloeden factoren geconfronteerd wordt met een forse kostenstijging. Zeker de eerste jaren kan dat ervoor zorgen dat de samenwerking een positieve impuls krijgt.  

Preventie en nazorg

Dé uitdaging is om te voorkomen dat mensen op straat komen te staan. Voorkomen van huisuitzettingen, een integrale aanpak bij problemen en goed functionerende wijkteams zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat mensen in een beschermde woonvorm terecht komen. Samenwerken met de veiligheidsketen zorgt ervoor dat ook vanuit dat aspect wordt gekeken naar de beste oplossing voor de burger. Ook nieuwe vormen van opvang, zoals pauzeplekken om even op adem te komen, kunnen daaraan bijdragen. Daarbij is nazorg van belang. Hiermee wordt voorkomen dat mensen die zijn uitgestroomd uit BW terugvallen op zorg. Tot slot is er een goede verbinding nodig met de ‘sluitende aanpak verwarde personen’ en de nog in te voeren Wet op de verplichte GGZ .  

De uitdaging waar gemeenten voor staan is stevig. Een duidelijke en richtinggevende visie en overleg met ketenpartijen, regiogemeenten en het Zorgkantoor op basis van een duidelijke visie zijn randvoorwaarden voor een succesvolle transformatie.

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos van Dijk, adviseur bij Telengy, via tel. nr. 06 27 03 57 76 of via e-mail: j.v.dijk@telengy.nl.