Gemeenten hebben sinds 2015 de decentralisaties van 4 wetten in het Sociaal Domein vorm en inhoud gegeven. Met een nieuwe bestuursperiode aanstaande kijkt Telengy terug op de afgelopen transitieperiode en blikt vooruit op de benodigde transformatie in de komende raadsperiode.
De naoorlogse uitbouw van de verzorgingsstaat zorgde ervoor dat burgers in toenemende mate een beroep konden doen op de overheid. Gevolg: een toename van overheidsbemoeienis (van-wieg-tot-graf) en een afname van probleemoplossend vermogen bij burgers. Dit leidde tot afhankelijke burgers, veel regelgeving en financiële onhoudbaarheid van het systeem.
Eigen verantwoordelijkheid
Het Rijk kondigde daarom in 2012 aan dat we voor de opgave staan te transformeren van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Hierin worden burgers geacht verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en voor elkaar. De overheid moet deze verandering faciliteren door terug te keren naar de kern van de overheidstaak: stimuleer het emanciperen van burgers zodat zij zo min mogelijk afhankelijk zijn van professionele hulp. Daar waar dat niet lukt, is het de verantwoordelijkheid van de overheid goede hulp- en dienstverlening samenhangend te organiseren.
Beleidsarme transitie
Gemeenten hebben bij de start naar en vanaf 2015 vooral gekeken hoe het bestaande stelsel kon worden ingebed in de bestaande organisatie. Dit betekent dat de nieuwe wetgeving (de wet Wmo 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet en de wet op het Passend Onderwijs), beleidsarm werd overgenomen. Er was te weinig aandacht of tijd voor de essentie van de wetgeving: het stimuleren van burgers tot het nemen van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor elkaar. Het betrekken van burgers door te vragen wat daarvoor nodig is, is niet of nauwelijks gedaan.
Zorgvraag blijft toenemen
Door het overnemen en veelal voortzetten van de bestaande voorzieningen in het bestaande stelsel is er van een daadwerkelijke verandering veelal nog geen sprake. Het aantal mensen dat een beroep doet op de overheid blijft stijgen en het beroep dat wordt gedaan neemt toe in zwaarte. De toenemende ondersteuningsvraag naar zorg en de budgetkortingen vanuit het Rijk leiden ertoe dat gemeenten met toenemende tekorten komen te zitten. De reflex op deze tendens is om opnieuw vanuit bestaande kaders de kosten proberen te verminderen door ‘verkeerde’ parameters te gebruiken bij zorginkoop die moeten bijdragen aan het steeds goedkoper kunnen inzetten van zorg.
Transformatie niet gerealiseerd
We concluderen twee dingen:
- De transformatieopgave zoals beoogd door het Rijk is nog niet behaald.
- De opdracht aan gemeenten om de lead te nemen in een daadwerkelijk veranderingsproces komt onvoldoende uit de verf, omdat het probleem wordt opgelost vanuit de situatie waaruit het is ontstaan.
De grootste denkfout is dat overheden proberen grip te krijgen op de opgave door middel van technisch-instrumentele toepassingen. Voorbeelden daarvan zijn het anders optuigen van de toegang, het ‘slim’ inrichten van bedrijfsvoering, de verandering van input naar output/outcome sturing, meer deskundigheid bij het keukentafelgesprek, verantwoord berichtenverkeer, ‘gerichter’ inkopen, beleid op PGB’s en eigen bijdrage, strenger verantwoorden en goede informatievoorziening. Met deze denkrichting zijn we echter aan het sturen aan de achterkant (er is al hulp nodig).
Ondersteuning niet effectief
Uit onze ervaring blijkt dat beschikbare middelen vooral aan de achterkant van de keten worden ingezet. Er wordt geïnvesteerd in organisatie- en beleidsontwikkeling op het vraagstuk hoe ernstige problemen van multicomplexe aard ‘beter’ en daardoor ‘goedkoper’ kunnen worden opgepakt (dus achterin de keten). Op dit punt in de keten is echter geen sprake meer van burgers die verantwoordelijkheid (kunnen) nemen voor zichzelf en voor elkaar. De ervaring leert ons daarnaast dat de hulp die georganiseerd wordt in veel gevallen niet leidt tot meer zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid bij de burger. Sterker nog, in veel gevallen zien we een transgenerationele overdracht van de problemen waarvoor hulpverlening wordt ingezet. Dit betekent dat de hulpvraag wordt overgedragen van ouder op kind, soms generaties lang.
Investeer in voorliggend veld
Dit wil niet zeggen dat er geen hulp meer nodig is in deze cases. Het gaat erom dat overheden de hulp anders moeten organiseren, namelijk in het voorliggend veld. Voor in de keten waar ondersteuning vrij toegankelijk is, gericht op een proactieve benadering. Dit betekent dat er praktische hulp moet zijn op het moment dat een hulpvraag zich nog niet manifesteert. Deze ondersteuning is geen formele hulp waar een medische diagnose voor nodig is. Het gaat om een sterkere inrichting van het voorliggend veld, waarin wordt geïnvesteerd in onderwijs, vrijetijdsbesteding, vrijwilligerswerk, een betere samenwerking met het medische domein, het veiligheidsdomein en bijvoorbeeld het ruimtelijk domein. Tijdens het opstellen van de gemeentelijke begroting kan hier al rekening mee gehouden worden. De drempel die hierbij ervaren wordt, is dat vooraf nog niet inzichtelijk gemaakt kan worden wat de investering in het voorliggend veld daadwerkelijk achter in de keten gaat opleveren. Als we willen dat burgers meer verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor elkaar nemen, dan moet dit gestimuleerd én gefaciliteerd worden.
Handreiking transformatie sociaal domein raadsprogramma in pdf-formaat
En hoe nu verder?
Telengy is van mening dat er twee belangrijke hordes genomen moeten worden. De eerste is dat de gemeentelijke organisatie zelf beseft dat het anders moet. De aanjager hiervan is het gemeentelijk bestuur. Als dit geborgd is, is de volgende stap dat ook het voorliggend veld wordt betrokken. Bestuur, ambtelijke organisatie en voorliggend veld onderzoeken samen hoe een sluitende keten aan de voorkant kan worden georganiseerd (waar liggen lacunes, wat zijn de parameters, wie zijn de stakeholders?). Op basis van deze verkenning wordt een praktijkgerichte aanpak ontwikkeld. Volgende stap is om deze praktijkgerichte aanpak te vertalen naar de uitvoeringspraktijk waarin gemeente en partners werken aan gedeelde doelen binnen de samenleving, in het licht van een nieuwe moraal en ‘mindset’.
Het werken vanuit die dagelijkse praktijk vraagt in eerste instantie tijd, moeite en geld. De kosten lopen voor de baten uit. De investeringen doen we in het voorliggend veld, de baten realiseren we achter in de keten. De nieuwe moraal en mindset wordt het doel, kostenbesparing is het effect.
Raadsperiode 2018-2022
Het gemeentelijk bestuur is aan zet om deze transformatie daadwerkelijk vorm en inhoud te geven. Met de gemeenteraadsverkiezingen in zicht zullen er nieuwe raads- en collegeprogramma’s komen. Een ideale gelegenheid om de benodigde transformatie beleidsmatig en integraal vorm te geven. Juist in het bestuurlijk programma kan de transformatie vertaald worden naar actiegerichtheid, samen met het voorliggend veld. Feitelijk wordt de intentie vastgelegd om de transformatie met alle betrokken partijen tot een succes te maken. Door vervolgens de bijdrage te concretiseren naar actiepunten, wordt het tastbaar. Echter, de actiepunten moeten in samenhang over de beleidsdomeinen opgesteld worden. We beschrijven enkele voorbeelden die in een raadsprogramma passen en het voorliggend veld versterken:
Onderwijs
- Investeer in het maken van heldere samenwerkingsafspraken met het onderwijs:
- Pel af en maak inzichtelijk wie waarvoor verantwoordelijk is.
- Zodra er signalen zijn die onderwijs gerelateerde problematiek overstijgt, weet het onderwijs wat de route is naar gemeentelijke ondersteuning in het voorliggend veld (dus voordat er een maatwerkvoorziening nodig is).
- Zorg dat het onderwijs één aanspreekpunt heeft bij de gemeente zodat snel contact kan worden gelegd en signalen op de juiste plek terecht komen.
- Maak regionale afspraken over de inzet van ondersteuning binnen het speciaal onderwijs/ speciaal voortgezet onderwijs.
- Investeer in een training ‘meldcode’ (met name binnen het onderwijs). Neem het onderwijs mee in het belang van tijdige signalering, de te doorlopen stappen en eventuele opschaling naar Veilig Thuis. De wet meldcode wordt aangescherpt in 2019. Betrek alle partners bij deze wijziging door het belang en het hanteren van de meldcode opnieuw op de agenda te zetten.
- Basisonderwijs en gemeente ontwikkelen samen een lesprogramma ‘gemeenschappelijk burgerschap’.
Publieke gezondheid/sport en vrije tijd
- Sportverenigingen en gemeente ontwikkelen een initiatief waar ouderen en jongeren samen en gelijktijdig kunnen sporten.
- Binnen verenigingen, jeugdhonken en op de middelbare school wordt binnen het sportprogramma of in het curriculum ruimte gecreëerd voor het herkennen van hulpbehoeften bij verschillende doelgroepen.
- Organiseer rondleidingen bij lokale horeca met voorlichting over alcoholgebruik, voor ouders over jongeren.
- Subsidieer sportverenigingen voor ‘sport en spel’ onder speciale doelgroepen.
- Benut lokale partners zoals de bibliotheek door voorlichting op bepaalde thema’s te bieden.
Medisch domein
- Organiseer een multidisciplinair overleg met alle stakeholders binnen het medisch domein (huisartsen, jeugdartsen, sociaal team) met als doel: waar kunnen we signalen op de juiste plek krijgen, vóórdat er formele hulp nodig is.
- Investeer in een intensievere samenwerking met huisartsen zodat zij beter bekend zijn met het voorliggend veld en hoe zij dit kunnen inzetten.
Veiligheid
- Gemeente, politie en partners uit andere domeinen stimuleren jongeren om zich bewust te zijn van gedrag in relatie tot gevoel van onveiligheid bij ouderen.
- Gemeente, politie en partners uit andere domeinen helpen ouderen om gedrag en de leefwereld van jeugd beter te begrijpen.
Ruimtelijk domein
- De gemeente stimuleert in de openbare ruimte ontmoetings- en speelplekken voor alle doelgroepen samen, vanuit de gedachtegang ‘ontmoeting leidt tot begrip, respect en sociale verbondenheid’.
- Maak afspraken met de woningbouwcorporaties, door bij huurschulden boven een bepaald bedrag te signaleren (schulden zijn de grootste oorzaak van zorgproblemen).
- De omgevingswet brengt het ruimtelijk domein in verbinding met de andere domeinen. Neem bij implementatie van de omgevingswet de opgave om het voorliggend veld te versterken mee.
Met deze voorbeelden versterken we het voorliggend veld op de gebieden van gemeenschapszin, begrip voor elkaar, burgerschap en bijvoorbeeld de vroege herkenning van hulpvragen op het gebied van welzijn. Met als uiteindelijk doel proactieve en vrij toegankelijke ondersteuning van burgers die een klein steuntje in de rug nodig hebben voordat zij niet meer zelfstandig problemen kunnen oplossen.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ruud Groot, adviseur van Telengy, via tel. nr. 06 15 47 92 90 of e-mail: r.groot@telengy.nl.