Al 24 jaar ben ik werkzaam in het zorglandschap van Nederland. Ik heb intramuraal en extramuraal gewerkt in de verstandelijke gehandicaptenzorg en de jeugdzorg, en werk sinds 15 jaar in het zorgdomein van diverse gemeenten. Mijn intrinsieke motivatie is dat ik wil bijdragen aan de kwaliteit van leven van mensen.
Maar wat verstaan we nu onder kwaliteit van leven? Het CBS heeft in 2017 onderzoek gedaan naar de scores van kwaliteit van leven van Nederlanders. Kort samengevat stelt het CBS dat een hoge kwaliteit van leven afhangt van verschillende factoren, zoals inkomen, gezondheid, veiligheid, het hebben van werk, een relatie of een gezin, de woonomgeving en vele andere. Echter, de kwaliteit van leven is niet alleen een objectief gegeven: het gaat er bijvoorbeeld niet alleen om of iemand gezond is, maar ook hoe hij of zij de gezondheid ervaart.
In het zorgdomein hebben we een ‘mind- en attitudechange’ nodig om een hoger welbevindingsgevoel te kunnen realiseren. Ik zie een mindfuck in het zorgdomein van Nederland. Met deze mindfuck bedoel ik dat we streven naar iets, maar we handelen (nog vaak) tegenovergesteld. In dit artikel neem ik je graag mee in wat ik constateer.
Nederland hoogste zorgkosten binnen Europa
Nederland gaf in 2012 meer van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan gezondheidszorg dan andere Europese landen, namelijk 11%. Dit percentage kwam vooral door hoge uitgaven aan langdurige zorg. Alleen in Zweden was het percentage bijna net zo hoog. Landen uit Oost-Europa gaven minder uit aan de gezondheidszorg.
Nederlanders gelukkigste volk van Europa
Daarnaast waren inwoners van Nederland (16+) in 2013 gelukkiger dan de gemiddelde Europeaan (82,2% t.o.v. 59,5%). In 2016 noemde 88 % van de volwassenen zich gelukkig, een kleine 3% echt ongelukkig, en 9% vond zichzelf gelukkig noch ongelukkig. Uit het onderzoek van het CBS blijkt daarnaast dat mensen met een gemiddeld lager inkomen en gezondheidsklachten, alleenstaande ouders, ouderen (75+) en huurders lager scoren op het welzijnsgevoel.
Geluksgevoel versus gezondheidskosten Het geluksgevoel hangt volgens het CBS sterk samen met iemands gezondheid. Kijkend naar de zorgkosten, dan scoort ons land het hoogst binnen Europa en Oost-Europese landen het laagst. Kijken we naar het geluksgevoel, dan scoort Nederland wederom het hoogst en de Oost-Europese landen het laagst. Hoewel het een misschien geen gevolg is van het ander, vind ik het heel opvallend dat we ons in Nederland het gelukkigst voelen, maar ook het meeste uitgeven aan zorg.
Kansen in het sociaal domein
In het sociaal domein werken we met z’n allen aan een verbetering van de kwaliteit van leven van inwoners. Ik geloof hierbij in de kracht van samenwerking. Al langere tijd spreken we in Nederland over het ontschotten van de zorg. De vraag van de inwoner moet centraal staan, waarbij de oplossing hierop moet aansluiten. Door de schotten in de zorg, geen integrale budgetten en door het denken in oude systemen werkt men veelal nog langs elkaar heen en blijven kansen onbenut.
Een heel mooi voorbeeld van hoe het ook anders kan vind ik de proeftuin de Ruwaard in Oss. Daar hebben diverse ketenpartijen de handen ineengeslagen om anders te gaan werken. Een van de onderdelen van deze pilot is dat men bij hulpvragen van inwoners anders te werk gaat dan voorheen. De aanpak is namelijk als volgt: de hulpvrager beantwoordt drie vragen: Wat wil ik, wat kan ik en wat heb ik nodig? Wanneer de vragen betrekking hebben op diverse domeinen, zullen diverse organisaties of hulpverleners aanwezig zijn bij het gesprek over de drie vragen. De vraag is leidend en men werkt niet met standaard en aanbodgerichte oplossingen.
Een voorbeeld hiervan was een ondersteuningsvraag van een mantelzorgster die de zorg en begeleiding van haar dementerende ouder niet meer aankon. Een consulent, die op deze nieuwe manier moest werken, gaf aan dat ze voorheen de functie begeleiding ingezet zou hebben ter ontlasting van de mantelzorgster. Door de drie vragen te bespreken en de vraag leidend te laten zijn in plaats van het ‘oude aanbod’, is er een vliegticket geregeld van een familielid uit het buitenland. Deze is een aantal maanden in het huis van de ouder komen logeren om de gewenste ondersteuning te bieden. Dit was voor de hulpvrager en de mantelzorgster de beste oplossing en voor de gemeente uiteindelijk veel goedkoper.
Zorgaanbieders in de Ruwaard werken collegiaal, professioneel en ontschot met elkaar samen en spelen in op de behoeften, mogelijkheden en talenten van wijkbewoners. Hiermee willen zij de volgende maatschappelijke effecten bereiken:
- Wijkbewoners zijn zelfredzaam, met inzet van hun sociale netwerk en eventueel professionele ondersteuning als dat nodig is.
- Wijkbewoners in de Ruwaard hebben mogelijkheden hun talenten te ontwikkelen en kunnen zo, nu en later, naar eigen wens en vermogen deelnemen en bijdragen aan de maatschappij.
- De wijk is een prettige woon- en leefomgeving voor alle wijkbewoners, een inclusieve samenleving, waarin jong en oud veilig en gezond kunnen leven.
- Wijkbewoners voelen zich verantwoordelijk voor zichzelf en voor hun sociale netwerk. Zij zijn betrokken bij hun buurt en signaleren en ondernemen zelf actie als ze zich zorgen maken.
Er zijn 13 casussen geëvalueerd in de proeftuin op het ervaren van welbevinden en de uitkomsten zijn zeer positief. Het ervaren welbevindingsgevoel voor de proeftuin lag op een 2,9 en is gestegen naar een 7,6! Daarnaast zijn 21 casussen geëvalueerd op jaarlijkse maatschappelijke kosten. Hieruit blijkt een daling van de kosten: op de 21 casussen bespaart men jaarlijks ruim € 164.000. De positieve insteek, het ontschot werken en de regie bij de hulpvrager leggen heeft tot nu toe zijn vruchten afgeworpen. Over een paar jaar wordt de pilot geëvalueerd en ik ben zeer benieuwd hoe deze werkwijze zich door gaat ontwikkelen.
De kracht van de ‘mind’
Naast de kracht van het samenwerken en het ontschotten ben ik me gaan afvragen wat me zo aantrekt in de aanpak van de Ruwaard. Al snel kwam ik tot de conclusie dat dat te maken heeft met de positieve insteek in combinatie het sleutelwoord ‘vertrouwen’. Ik geloof dat ieder mens het beste uit de verf komt wanneer hij autonomie ervaart, zich zinvol en nuttig voelt, vertrouwen heeft en ontvangt en groeit door positieve aandacht en waardering. Ik ben ervan overtuigd dat ons welbevindingsgevoel stijgt, en dus ook de kwaliteit van leven, als we zaken positief en met wederzijds vertrouwen benaderen. Ons brein is beïnvloedbaar zonder dat we daar soms genoeg bij stil staan. Laatst zag ik een filmpje van Victor Mids van het programma Mind Fuck. In het filmpje legt Victor uit hoe positiviteit en negativiteit onbewust invloed heeft op je prestaties. Een onervaren basketballer werd, met blinddoek om, positief aangemoedigd en ging daardoor scoren, terwijl een professionele basketballer, met blinddoek om, werd ontmoedigd. De professional miste veelvuldig (klik hier voor de volledige video).
Mijn visie op het zorgdomein in Nederland
Ik zie een mindfuck in het zorgdomein van Nederland. Met deze mindfuck bedoel ik dat we streven naar iets, maar we handelen tegenovergesteld. Enkele voorbeelden: we spreken en streven allemaal naar regie bij de inwoner, integrale dienstverlening en sturen op verschuiving van zware naar lichte zorg. Ondertussen richten we de praktijk tegenovergesteld in: ons systeem is ingericht op denken voor hulpbehoevende, de regie ligt onder andere bij de hulpverleners, gemeenten of zorgverzekeraars, we werken met aanbodgerichte oplossingen in plaats van vraaggerichte oplossingen, en tot slot is er een overvloed aan verantwoordingssystemen omdat er veel wantrouwen is tussen overheid, ketenpartijen en inwoners.
Mijn visie op het zorgdomein in Nederland is dat we een ‘mind- en attitudechange’ nodig hebben om een hoger welbevindingsgevoel te kunnen realiseren. Juist bij de benadering, omgang en dienstverlening bij de lager scorende doelgroepen op het geluksniveau die het CBS benoemt. Dit zijn veelal de mensen die afhankelijk zijn of worden van hulp en ondersteuning. Hiervoor moet ingezoomd worden op wat men kan en wil in plaats van de beperkingen en belemmeringen leidend te laten zijn. Daarnaast moet aandacht worden geschonken op wat men wil bereiken en dit aanmoedigen in plaats van focussen op wat iemand niet kan en te hospitaliseren. En ook hierbij werkt dat alleen als er (wederzijds) vertrouwen is.
Deze ‘mind- en attitudechange’ is nodig op alle lagen van betrokkenen binnen het zorgdomein in Nederland. Dus ook in Den Haag, bij de bestuurders van zorgorganisaties, gemeenteraden, wethouders, uitvoerenden in de zorg, inwoners, scholen, mantelzorgers en alle anderen die in dit rijtje horen. Laten we ons met zijn allen bewust worden van de invloed van de ‘mind’ en de huidige mindfuck in ons zorgdomein. Ik zie enorm veel kansen om de kwaliteit van leven in Nederland naar een nog hoger niveau te tillen zonder dat we de daar met z’n allen de hoogste prijs voor betalen.
Hiervoor wil ik me heel graag inzetten, jij ook?
Meer weten?
Wilt u meer weten, neem dan contact op met Femke de Vos via telefoonnummer 06 52 58 57 08 of via e-mail: f.d.vos@telengy.nl. Zie ook onze Handreiking transformatie sociaal domein raadsprogramma in pdf-formaat.