Home » Actueel » De ontbrekende kaders bij data ethiek overheden

De ontbrekende kaders bij data ethiek overheden

Vele gemeenten digitaliseren en leggen een grotere focus op datagedreven werken, maar de vertaling ervan naar de praktijk blijkt nog erg lastig te zijn. Raadsleden en wethouders vertellen dat gemeenteraden er momenteel nog maar weinig aandacht aan besteden (Raad weten met digitalisering, Rathenau Instituut, 2020).

Datagedreven werken is van praktische noodzaak om op alle vlakken binnen het publieke en sociale domein de groeiende hoeveelheid data passend te verwerken. Met deze data kan men doelgericht en adequatere beslissingen nemen, die voor ieder binnen én buiten de organisatie erg relevant kunnen zijn. Denk maar eens aan de effecten die veranderende wetgeving kunnen brengen aan gemeentes en burgers of het uitwisselen van informatie binnen het publieke en sociaal domein.

Omgevingswet

Een goed voorbeeld is de Omgevingswet die op 1 januari 2022 in werking treedt. Deze wet voegt 26 wetten samen op het gebied van de fysieke leefomgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Om deze reden vraagt de Omgevingswet om een goede inrichting en structurering van data, wat van noodzaak is bij het maken van accurate beleidsvoornemens. Assertief en hands-on naar de voorspelde effecten binnen je organisatie kijken en daarop een preventieve aanpak toe te passen is helemaal van deze tijd. Dit in tegenstelling tot een reactieve aanpak, die nu vooral wordt toegepast door overheden.

Wmo

Datagedreven werken is iets waar voorheen nog weinig gebruik van gemaakt werd, maar waar onderschat wordt wat voor positieve effecten het kan brengen voor organisaties en de samenleving in zijn geheel. Bijvoorbeeld in de Wmo, waar men verwacht dat met de toenemende vergrijzing ook veel toenemende kosten zullen komen. Door deze vergrijzing per wijk te analyseren kan een gemeente een wijkgericht beleidsplan maken (zoals collectieve voorzieningen en zorg, woningaanpassingen). Werken met data en de juiste implementatie daarvan geeft je organisatie de mogelijkheid beter beleid te maken, betere voorspellingen te maken van (drastische) aanpassingen en geven je een beter overzicht van de huidige stand van zaken. Echter, bij de implementatie van datagedreven werk komt nog iets kijken… De juiste implementatie van data ethiek.

Data ethiek en overheden

In onze maatschappij verwerken we veel informatie. De steun op data als middel voor een betere samenleving wordt met de dag belangrijker. Dat betekent ook dat het gebruik van beschikbare informatie kritisch moet worden bekeken, zeker als een deel van de informatie bestaat uit persoonsgegevens. Overheidsinstanties worden geacht om hun verantwoordelijkheden serieus te nemen en zo transparant en eerlijk mogelijk te zijn. Data ethiek is een belangrijke drijfveer in de juiste omgang met deze data. Het wordt over het algemeen gezien als een lastig te begrijpen concept, veelal omdat het voor iedereen iets anders kan betekenen en het vele invalshoeken omvat. Toch is het belangrijk dat er goed aandacht aan wordt besteed binnen overheden. Ethiek omvat een stroming binnen de filosofie en houdt zich vooral bezig met de vraag: “hoe moet men zich verantwoord gedragen?”. Data ehiek op zichzelf, is een specifieke sub-sectie binnen de stroming van ethiek:

“Een nieuwe tak binnen de ethiek, die morele problemen bestudeert en evalueert met betrekking tot data (inclusief de generatie, registratie, curatie, verwerking, verspreiding, deling en het gebruik ervan), algoritmen (inclusief kunstmatige intelligentie (AI), kunstmatige middelen, machine learning en robots) en overeenkomstige praktijken (zoals verantwoord programmeren, hacken en professionele coderingen), om moreel goede oplossingen te formuleren en te ondersteunen (door bijvoorbeeld juist gedrag of juiste morele waarden).” (Floridi and Taddeo 2016, 1)

Echter, dit concept specificeert vooral de technologische aspecten van data ethiek. Daarnaast kent het de volgende uitdagingen:

  • Hoe wordt de data verantwoord gebruikt (op een juiste manier gegevens verzamelen, analyseren en verspreiden).
  • Hoe het de privacy van mensen kan beschermen (Saltz en Dewar, 2019).

De Europese verordening AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) bevat duidelijke richtlijnen over wat er wel én niet geaccepteerd wordt, maar waarom wordt er dan binnen de overheidsinstanties nog steeds te weinig aandacht besteed aan digitalisering, data ethiek en de implementatie van beiden?

Data ethiek bij gemeenten

Gemeenten hebben ambities en plannen met datagedreven werken, het verantwoord implementeren is nog regelmatig een uitdaging. Regelmatig komt het daarbij voor dat de bredere impact op de leefwereld van de inwoners te weinig aandacht krijgt, misschien zelfs meer dan gemeenten op het eerst oog denken.

De Utrecht Data School (UDS) heeft onderzoek gedaan naar de implementatie van dataprojecten bij verschillende gemeenten in Nederland en heeft een ethisch impact assessment uitgevoerd met behulp van de Ethische Data Assistent (DEDA). Dit, zodat er steun is voor het stimuleren van data ethiek vanuit de politiek en de actiepunten die opgesteld worden, correct worden opgevolgd (Op weg naar een datagedreven gemeente, 2021). De VNG heeft enkele dataprojecten onderzocht en belangrijke randvoorwaarden opgesteld voor het implementeren van dataprojecten. In mijn opinie zijn doelbinding, verantwoording en integraal werken de voorwaarden die de meeste aandacht nodig hebben, omdat deze mogelijke aanknopingspunten geven waar college en gemeenteraad op kan inspelen.

Doelbinding

Onder doelbinding wordt verstaan dat een dataproject een heldere koppeling maakt met een concreet doel. Het is cruciaal om vooraf een juist beeld te hebben waarom en hoe data ingezet gaat worden binnen organisaties (VNG-rapport, 2021). Ook zou het gemeenten ontbreken aan datageletterdheid, dat wil zeggen te weinig kennis van data, data praktijken en hun potentieel.

Verantwoording

Onder verantwoording wordt de noodzaak verstaan tot het kunnen uitleggen waarom er voor een specifiek project is gekozen. Juridische, maatschappelijke maar ook ethische verantwoording is erg belangrijk. Ethiek omvat meer dan alleen het anonimiseren van data, het omvat ook de nood voor ethische reflectie op de processen in je project. Hier zouden goede ethische kaders van pas komen, zoals het A&O-rapport aankaart (Arets et al, 2019) en zouden ambtenaren zichzelf daar meer om moeten bekommeren. De meeste raadsleden zijn al tevreden met een belofte dat men voldoet aan de eisen van de AVG en dat de data zoveel mogelijk geanonimiseerd worden (Raad weten met digitalisering, Rathenau Insituut, 2020), maar daarmee ontbreekt er een juiste reflectie op gebied van ethiek. Niet te vergeten dat er momenteel amper handelingskaders, afspraken of specifieke overeenkomsten gemaakt zijn over ethiek binnen de gemeente in zijn algeheel.

Integraal werken

Tot slot, is het natuurlijk ook erg handig wanneer verschillende betrokkenen in een dataproject, maar ook binnen de verschillende domeinen van gemeenten, een goede communicatie onderhouden. Dit is integraal werken; waar verschillende domeinen met elkaar in een duidelijke conversatie kunnen gaan over hun project, weten waar hun huidige positie staat en waar ze aan toe zijn in hun toekomstige projectverloop.

Data ethiek kaderstellend?

Momenteel mist  de begrenzing en begeleiding van ethische richtlijnen voor organisaties, wat leidt  tot verschillende denkwijzen over wie bij ethische overwegingen de eindverantwoordelijke is. Ook is er nog maar weinig hulp geboden vanuit de politieke voor het werken met data en data ethiek. Bij gemeenten waar deze interesse al wel is, hebben de betrokken wethouders toevallig affiniteit met datagedreven werken.

Een kader met richtlijnen en handelingen zou een eerste stap kunnen zijn om verantwoorde data ethiek te implementeren binnen overheden. In het eindrapport “Datagedreven sturing bij gemeenten” van de VNG blijkt dat het juist aankaarten van het vraagstuk over data ethiek, een uitmuntend effect heeft op de datagedreven werken. Het is een gebied waar voor veel gemeenten nog veel te leren valt en waar zeker meer aandacht aan besteed moet worden. Het Rathenau Instituut heeft een denkraam ontworpen om raadsleden enig houvast te bieden bij de consequenties van digitalisering:

Denkraam

 
1. Het expliciteren van de authentieke beleidsdoelen.
2. Het onderscheiden van mogelijke interventiemogelijkheden: de instrumenten waar de gemeente mee kan sturen.
3. Het inventariseren van de mogelijke digitalisering: voordelen, nadelen, neveneffecten.
4. Het nagaan wat de sturingsopties zijn om de resultaten te realiseren en daarmee de beleidsdoelen te dienen.
5. Het maken van een politieke keuze: hoe te sturen op een maatschappelijk wenselijke uitkomst.

 

Dit denkraam geeft overigens geen duidelijke begeleiding en beschrijft geen richtlijnen data ethiek. Van beleidsmedewerkers wordt wel verwacht dat zij de morele dimensie van beleidsdossiers herkennen, de morele problemen analyseren, deze in beeld brengen en morele argumenten onderzoeken en afwegen. Ethische reflectie hoort een vast onderdeel te zijn in beleidsontwikkeling (Ethiek in beleid, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 2011). Intuïtie en gevoelens zijn vaak de grootste drijfveren voor het herkennen van ethische vraagstukken en het is dan dus goed om deze te onderzoeken, omdat ze mogelijk op belangrijke waarden en normen terugvallen. Wanneer ethische begrippen worden toegepast in de praktijk, wordt gesproken van toegepaste ethiek en wanneer beleidsmedewerkers zich bezighouden met ethiek spreken wij dus ook van deze term.

Toegepaste ethiek in fasen

Bij wetgeving komen we regelmatig ethische vraagstukken tegen. Een goed voorbeeld is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, waar de gemeenten verantwoordelijk zijn voor preventie van schulden. Vanuit toegepaste ethiek kun je de vraag stellen of het eigenlijk wel écht wenselijk is voor een gemeente om zich hier preventief in te mengen? En moet je dat eigenlijk wel wíllen?” Het Ethiek Instituut van de Universiteit van Utrecht heeft een stappenplan ontwikkeld dat is gebaseerd op de gedachte dat ethiek als reflectieproces gezien moet worden en betreft een methode waar stap voor stap een denkproces wordt doorlopen (Ethiek in Beleid, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 2011). Het stappenplan kan gebruikt worden om de morele dimensie van het beleidsprobleem beter in beeld te brengen en voor de bevordering van het zoeken naar andere beleidsopties binnen de overheden:

Fase 1: is de explicitering van het beleidsprobleem, om een juist beeld te schetsen over de context en gevoelens rondom het probleem zelf. De volgende vragen zijn hier relevant:

  • Wat is het probleem en welke maatschappelijke zorg is er?
  • Over welke gegevens en feiten beschikken we?
  • Wat is de aanleiding van het probleem
  • Wie is erbij betrokken?

Fase 2 is de analyse van de morele dimensie van het beleidsprobleem. Hier worden de waarden en principes van de betrokken partijen benadrukt. Als er wordt verwacht dat over de oplossing van het beleidsprobleem verscheidene morele opvattingen zullen ontstaan, dan heb je te maken met een ethisch vraagstuk. Hierna, is het van belang dat er een morele vraag gesteld wordt en gezocht wordt naar een antwoord op de vraag wat in deze situatie juist handelen is; rekening houdende met alle betrokkenen in beeld. Na het inventariseren van alle morele waarden, is het belangrijk om conflicterende waarden (wat dus duidt op een ethisch dilemma) bespreekbaar te maken onder alle partijen. Dit maakt dat je sneller de kern van de zaak kunt herkennen. Er kunnen binnen projecten en beleidsproblemen ook meerdere ethische problemen kunnen spelen.

Fase 3 is de weging van de argumenten en waarden, hier wordt het moreel oordeel gevormd en komt men tot een consensus over welke handelingswijze in de betreffende situatie het meest moreel is. Tot slot komt men aan bij de laatste fase.

Fase 4 is de aanpak van het echte beleidsprobleem:

  • Moet het huidige beleid worden aangepast?
  • Moeten er nieuwe of aanvullende regels worden opgesteld?

Dit is de fase waar verdere afspraken gemaakt moeten worden over: hoe nu verder. Na het gehele proces, ook wel de ethische reflectie, is het van belang dat deze afspraken worden meegenomen in de voorbereiding van de (politieke) besluitvorming. Instrumenten die dan ingezet kunnen worden zijn bijvoorbeeld de DEDA-tool, trainingen en begeleidingstrajecten.

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sabrina de Graaf, via e-mail: s.d.graaf@telengy.nl.

Bronnen

  • Rathenau Instituut (2020). Raad weten met digitalisering – Hoe de gemeenteraad kan sturen op de maatschappelijke impact van digitale technologie (auteurs: Das D., P. Faasse, B. Karstens en P. Diederen)
  • van Rij, H. & Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie. (2011). Ethiek in beleid: Waarden wegen met gevoel en verstand. Rijksoverheid.Nl. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2011/12/01/ethiek-in-beleid-waarden-wegen-met-gevoel-en-verstand
  • VNG, Utrecht Data School (Universiteit Utrecht), van den Berg, D., Schaefer, M. T., Muis, I., de Graaf, L., Banning, R., & Klein, S. (2021, February 1). Op weg naar een datagedreven gemeente: Randvoorwaarden voor verantwoord datagedreven bestuur. VNG.nl. http://mtschaefer.net/entry/op-weg-naar-een-datagedreven-gemeente/