De afgelopen jaren zijn in de zorgsector verschillende pilots geweest met zorgrobots zoals Zora, Alice, Sara en Pepper. Deze sociale robots kunnen ondersteuning bieden aan zorgverleners, voornamelijk in de ouderenzorg. Zo kunnen ze mensen stimuleren te bewegen, herinneren aan een afspraak of een praatje maken en vragen naar herinneringen.
Het gebruik van zorgrobots is echter niet onomstreden. Veel mensen vrezen dat het de zorg onpersoonlijk maakt. Ondanks dat het menselijk contact niet kan vervangen, kan het wel een goede aanvulling zijn. Ze bieden mogelijk een welkome vorm van gezelschap bij eenzame of demente ouderen. Tijdens mijn studie heb ik onderzoek gedaan naar zorgrobots en de emotionele en empathische reacties die wij hebben t.o.v. de robots.
Sociale interactie – mate van menselijkheid
Aspecten die bij interpersoonlijke communicatie belangrijk zijn, zoals spraak, gedrag, uiterlijk, emotie, maar ook sociale en communicatieve vaardigheden spelen een rol bij de manier waarop mensen de interactie met een robot ervaren. Ondanks dat we ons bewust zijn van het feit dat een robot een machine is, reageren we vaak wel volgens sociale regels. Een van de onderliggende verklaringen hiervoor is de media equation[1]. Deze theorie gaat ervan uit dat computers en andere technologie een sociale reactie triggert bij de gebruiker. Doordat technologie wordt ontwikkeld door mensen, lijkt de manier waarop technologie communiceert, instrueert en interacteert op menselijk gedrag. Daarnaast zijn mensen geneigd om in niet-menselijke objecten, zoals robots, toch menselijke karakteristieken, emoties en motivaties te zien. Dit heet antropomorfisme[2].
Uit onderzoek blijkt dat de hoeveelheid menselijke trekken die we observeren in het uiterlijk van een robot invloed heeft op de mate waarmee we sociale regels toepassen tijdens de interactie. Hoe meer menselijke trekken een robot heeft, des te meer emoties en empathie we hebben t.o.v. de robot[3].
Verwerken van realiteit
Waarom de mate van een menselijk uiterlijk invloed heeft op hoe we reageren t.o.v. een robot heeft o.a. te maken met de manier waarop onze hersenen informatie verwerken[4]. Joseph LeDoux suggereert dat mensen informatie verwerken volgens twee routes in ons brein, de directe en indirecte. Daarbij is de indirecte route verantwoordelijk voor ons cognitieve en reflectieve systeem en is de directe route meer ons oerbrein en bekend om het verwerken van emotie. De directe route wordt echter vaak getriggerd door een vals positief. Ons brein kan namelijk niet alle fictie van realiteit onderscheiden. Hierdoor kan het gebeuren dat een interactie met een robot een emotionele reactie opwekt die vergelijkbaar is met een interactie met een persoon.
Emotie
In mijn onderzoek heb ik daarbij gekeken of de emotionele staat waarin iemand verkeert invloed heeft op de manier waarop we een robot ervaren. Daaruit blijkt dat emotie invloed heeft op hoe iemand een interactie met een robot ervaart. Hoe emotioneler we zelf zijn, hoe meer we de interactie met een robot als een realiteit kunnen ervaren en hoe emotioneler we betrokken kunnen raken bij de robot.
Emoties kunnen ons meer inzicht bieden in hoe de interactie met een robot wordt ervaren. Dit biedt kansen bij het ontwikkelen en implementeren van sociale robots in de praktijk. Zeker voor kwetsbare groepen, zoals eenzame ouderen, waarbij wordt verwacht dat zij meer emotioneel betrokken zullen zijn dan anderen. Hoewel sociale robots het menselijke aspect van de zorg niet volledig kunnen vervangen, ben ik in ieder geval overtuigd dat ze van toegevoegde waarde kunnen zijn in het bestrijden van eenzaamheid en een vorm van ondersteuning en gezelschap kunnen bieden.
Meer info
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dimphy Severijnen, e-mail: d.severijnen@telengy.nl.
[1] Nass, C., & Moon, Y. (2000). Machines and mindlessness: Social responses to computers.
Journal of Social Issues, 56(1), 81-103. doi: 10.1111/0022-4537.00153
Reeves, B., & Nass, C. (1996). The Media Equation: How People Treat Computers,
Television, and New Media Like Real People and Places. Cambridge University Press. s
[2] Epley N., Waytz A., & Cacioppo J. T. (2007). On seeing human: A three-factor theory of
anthropomorphism. Psychological Review, 114 (864), 864-886.
[3] Konijn, E. A., Hoorn, J. F., & De Rie, R. (2017). Empathy with and projecting feelings onto
robots form schemas about humans. Presented at International Communication
Association, Division CAT, San Diego, May 2017.
[4] Konijn, E. A. (2013). The role of emotion in media use and effects. In K. E. Dill (Ed.), The
Oxford Handbook of Media Psychology. New York/London: Oxford University press,
186-211