In 2017 is door Anouk Kersten van Telengy een onderzoek uitgevoerd naar hoe inwoners aankijken tegen de gegevensuitwisseling door de gemeente en privacy in het sociaal domein. De gegevensuitwisseling tussen gemeenten en externe partijen kan namelijk omvangrijk zijn. Sinds de komst van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet komen gemeenten meer dan ooit in aanraking met persoonlijke gegevens.
Wet bescherming persoonsgegevens
Gemeenten moeten zich sinds 2001 bij het gebruiken van persoonsgegevens houden aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), die op 25 mei 2018 door de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) vervangen zal worden. In 2016 is daar de meldplicht datalekken aan toegevoegd. De Wbp 2016 is leidend voor het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens. De gemeente dient er volgens deze wet voor te zorgen dat persoonsgegevens van inwoners en andere belanghebbenden worden beschermd tegen onrechtmatige verwerking en onbevoegde toegang tot deze gegevens. Het verwerken van persoonsgegevens mag alleen in overeenstemming met de Wbp 2016. Daarbij mogen persoonsgegevens slechts worden gebruikt voor vooraf omschreven doeleinden. De persoon van wie de persoonsgegevens zijn, moet op de hoogte zijn van de identiteit van de organisatie of persoon die de gegevens verwerkt en het doel van de gegevensverwerking.
Het belang van vertrouwen
Het waarborgen van privacy is ook bij hulpverlening, dat sinds de decentralisaties de verantwoordelijkheid is van gemeenten, essentieel. Het is namelijk wenselijk dat inwoners ondersteuning of hulpverlening als laagdrempelig ervaren en het waarborgen van privacy kan daarbij een belangrijke rol spelen.
Ondanks de verplichtingen voor gemeenten die voortvloeien uit de Wbp 2016 is er landelijk veel kritiek op de betrokkenheid van de gemeente bij ondersteuning en hulpverlening. Hierdoor ontstond de bezorgdheid dat gemeenten onzorgvuldig om zouden gaan met gegevens van inwoners. Inwoners kunnen daardoor nog steeds het gevoel hebben dat hun privacy niet volledig gewaarborgd wordt door gemeenten. Volgens het CBS neemt het vertrouwen dat inwoners hebben in de gemeente af. Wanneer zij geen vertrouwen hebben in hoe de gemeente omgaat met privacy, zoeken zij wellicht minder snel ondersteuning of hulp. Vooral voor inwoners met hoge ondersteuningsbehoefte is zorgmijding een probleem: zij hebben deze hulp het hardst nodig.
Casus: onderzoek in de gemeente Berg en Dal
Ook in de gemeente Berg en Dal is privacy een actueel onderwerp. De gemeente heeft, naar aanleiding van de Wbp 2016 en vooruitlopend op de AVG, een inventarisatie gedaan ten aanzien van privacy. Door middel van het opstellen van een visie en spelregels omtrent privacy in het sociaal domein, kennisvergroting en bewustwording geeft de gemeente privacy zo goed mogelijk vorm voor haar inwoners. Privacy wordt vaak bekeken vanuit het perspectief van gemeenten; veel rapportages bekijken hoe gemeenten omgaan met de privacywetgeving en wat verbeterpunten zijn. Echter, juist het perspectief van inwoners, dat nu nog onderbelicht blijft, kan van belang zijn. Daarom is door Anouk Kersten van Telengy een kwalitatief onderzoek gedaan naar de behoeften van inwoners omtrent privacy en vertrouwen bij de sociale teams van de gemeente Berg en Dal. Hierin is niet alleen gekeken naar het vertrouwen in de gemeente en de sociale teams, maar ook naar het vertrouwen tussen inwoners.
Het meest opvallende resultaat van dit onderzoek is het belang van transparantie. Omdat de processen binnen de sociale teams en de gemeente relatief onduidelijk zijn voor inwoners, is het vertrouwen van inwoners niet optimaal. Daarnaast geven inwoners aan dat zij zich niet laten tegenhouden door sociale controle wanneer zij op zoek zijn naar ondersteuning of hulp. Wel vinden inwoners het prettig als medewerkers van de sociale teams onbekenden zijn. Tot slot lijken met name ouderen behoefte te hebben aan een proactieve benadering van de gemeente.
Wat kunnen gemeenten hiermee?
Deze inwonersbehoeften leiden tot interessante inzichten voor gemeenten. Allereerst is transparantie van belang. Aan de hand van volledige informatie over sociale (wijk)teams, kunnen inwoners de rationale keuze maken om hen te vertrouwen. Hierdoor zullen inwoners eerder naar de wijkteams toe gaan voor ondersteuning of hulp. Het laten zien hoe een hulpverleningstraject verloopt, en hoe wordt omgegaan met persoonsgegevens, kan hier bijvoorbeeld aan bijdragen. Ook prestaties en verbeteringen kunnen gecommuniceerd worden met inwoners; zo weten zij dat hun gemeente actief bezig is met het verbeteren van het sociaal domein en het afstemmen van processen op de behoeften van inwoners. Tot slot kunnen ouderen proactief benaderd worden door hun behoeften per wijk of dorp in kaart te brengen. Hierdoor kan de ervaren welwillendheid en proactiviteit van hun gemeente worden vergroot. De gemeente kan hierop inspelen door ouderen actief te benaderen. Hier kunnen opbouwwerkers in gemeenten wellicht een grotere rol spelen. Opbouwwerkers vormen vaak een verbinding tussen inwoners en overheden of professionele organisaties.
Tot slot
Deze inzichten kunnen ertoe leiden dat inwoners een positiever beeld krijgen over privacy in het sociaal domein, en meer vertrouwen krijgen in hun gemeente en de sociale (wijk)teams. Het sociaal domein wordt op deze manier toegankelijker en laagdrempeliger voor hen die ondersteuning of hulp nodig hebben.
Masterthesis
Dit artikel is een verkorte weergave van de masterthesis van Anouk in het kader van haar master Sociology: Contemporary Social Problems. Meer informatie vindt u in de factsheet en in de volledige masterthesis.
Meer weten?
Wilt u meer weten, neem dan contact op met Telengy-adviseur Anouk Kersten, 06 49 89 06 00 of a.kersten@telengy.nl.