Onlangs deed de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een belangrijke uitspraak die grote consequenties kan hebben voor gemeenten die resultaatgericht werken. Wat is er aan de hand? Gemeente Steenderen heeft voor hulp bij het huishouden het resultaat (een schone woning) ingekocht en daaraan geen omvang van de te leveren zorg gekoppeld (ook niet in de beschikking die wordt afgegeven aan de klant). Het is aan de zorgaanbieder om de frequentie, vorm en omvang van de zorg te bepalen. De CRvB heeft geoordeeld dat de gemeente in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel heeft gehandeld. Inwoners moeten namelijk weten hoe frequent de hulp komt en op hoeveel uur zorg zij recht hebben. Nu bepaalde de aanbieder, in samenspraak met de burger, de frequentie en omvang van de zorg.
Zo’n dertig procent van gemeenten koopt zorg resultaatgericht in. Komt daar nu een einde aan?
Essentie van de indicaties
Een belangrijke reden om niet in omvang te indiceren, maar in resultaten is de vrijheid die de zorgaanbieder heeft om per situatie na te gaan welke inzet nodig is. Voor een burger met huisstofallergie of COPD zal meer tijd nodig zijn dan voor een gemiddelde burger. En wat te denken van woningen die door hun inrichting of verzamelwoede van de burger veel tijd vergen? De zorgaanbieder wordt geacht maatwerk te leveren voor de overeengekomen prijs. De gemeente gaat ervan uit dat de juiste zorg wordt geleverd en heeft maar beperkt inzicht of en hoe het resultaat wordt bereikt. Een laag klanttevredenheidscijfer, klachten en bezwaarschriften zijn indicatoren van mogelijk tekortschietende zorg.
Positie van de zorgaanbieder
Zorgaanbieders willen zwarte cijfers schrijven. Zij zullen de omvang van de inzet van hun medewerkers afzetten tegen de vergoeding die zij van de gemeente ontvangen. Als de loonkosten stijgen, bijvoorbeeld doordat een nieuwe CAO wordt afgesloten, kan dat leiden tot minder zorg. De vergoeding van gemeenten staat immers voor langere tijd vast. Door efficiënt te plannen en het werk slim uit te voeren kan het bedrijfsresultaat positief worden beïnvloed. Dit kan natuurlijk niet onbeperkt, maar is wel de ’trigger’ voor de aanbieder het werk effectief te organiseren.
Is indiceren van uren de oplossing?
Door de omvang van de te leveren zorg in uren vast te leggen in een beschikking weet de burger waar hij aan toe is, aldus de rechter. De vraag is dan wel of het gewenste resultaat, een schone woning, in die uren ook gerealiseerd wordt. Een medewerker die niet efficiënt werkt en veel tijd besteed aan andere zaken zal het resultaat mogelijk niet behalen. Om de burger goede zorg te verlenen is dus meer nodig. De rechtszekerheid vereist dat de te leveren ondersteuning in omvang en resultaten in beleidsregels vastgelegd dient te worden om willekeur te voorkomen. Dit heeft de CRvB in de uitspraak nog eens bevestigd.
Wat betekent dit voor andere typen ondersteuning?
Behalve uitspraken van de CRvB op het gebied van hulp bij het huishouden zijn ons geen uitspraken van dit orgaan bekend over andere typen ondersteuning zoals begeleiding. Ook voor dit type ondersteuning wordt vaak resultaatgericht zorg ingekocht. Hoe weten gemeenten dat de afgesproken resultaten worden behaald? De doelgroep waarvoor begeleiding wordt ingezet is doorgaans weinig zelfredzaam en dat kan wellicht een reden zijn dat een gang naar de rechter niet wordt gemaakt.
Wat is dan wel de oplossing?
De oplossing dient gevonden te worden in een combinatie van resultaatgericht indiceren en het indicatief vastleggen wat daarvoor gemiddeld gezien aan tijd voor nodig is. Dit biedt de aanbieder de benodigde ruimte om zowel maatwerk te leveren alsook met de planning te kunnen schuiven. De burger weet in grote lijnen welke ondersteuning hij krijgt en hoeveel tijd hiermee gemiddeld gezien gemoeid is. Deze werkwijze zal dan wel in beleidsregels vastgelegd moeten worden, en dat kan een lastige opgave blijken. In plaats van één vast tarief zal tariefdifferentiatie nodig zijn. Daarbij zal rekening gehouden moeten worden met zaken zoals woningtypen en ziektebeelden.
Wat nog belangrijker is dan alleen een beschikking afgeven met omvang en de te bereiken resultaten is het monitoren van de resultaten. Zo kan vastgesteld worden of de inzet qua vorm en inhoud bijdraagt aan het gewenste resultaat. Dat is waar het uiteindelijk om moet gaan. Telengy adviseert gemeenten die resultaatgericht inkopen (of gaan inkopen), die daarbij rekening willen houden met de consequenties van de uitspraak van de CRvB, en daarbij ook de achterliggende doelen willen bereiken, namelijk de juiste ondersteuning inzetten om de gewenste resultaten te bereiken.
Tips voor resultaatgericht werken
Gemeenten die in de toekomst resultaatgericht willen (blijven) werken zullen rekening moeten houden met een aantal zaken.
- Zorg voor contracten met een maximaal aantal zorgaanbieders, beperk tussentijdse instroom van nieuwe aanbieders en investeer in relatiemanagement.
- Houd rekening met de uitgangspunten zoals vastgelegd in de AMvB reële prijs Wmo. Kom zorgaanbieders tussentijds financieel tegemoet ingeval van tussentijdse kostenstijgingen zoals de onlangs afgesloten CAO voor medewerkers hulp bij het huishouden.
- Draag zorg voor monitoring op de ondersteuning en of deze (nog) bijdraagt aan de gewenste resultaten.
- Zorg voor goed contractmanagement en contractbeheer. Pak signalen adequaat op, investeer in mediation en voorkom onnodige bezwaarprocedures.
- Zorg voor toereikende voorliggende voorzieningen als er minder zorg wordt geleverd omdat er uitsluitend wordt ingezet op het te behalen resultaat. Zo blijken bestaande indicaties nu soms te ruim om bijvoorbeeld ook eenzaamheid van inwoners tegen te gaan.
- Stimuleer dat zorgaanbieders signalen kunnen afgeven om veranderende zorgbehoeften van burgers tijdig te melden. Overweeg om daarvoor stimuleringsmaatregelen in te voeren.
- Investeer geen energie om te komen tot een SMART-definitie van een ‘schoon huis’. Zorg voor een duidelijke procedure voor die gevallen waarin de burger van mening is dat de prestatie niet is geleverd.
- Zorg voor een plan bij de start van de zorg dat door de aanbieder én de klant wordt opgesteld en waaruit zowel de frequentie als de indicatieve omvang van de zorg blijkt.
- Neem zo nodig in dit plan ook op hoe het vervoer wordt geregeld indien de burger voor ondersteuning moet reizen. Hierdoor krijgt u als gemeente zicht op mogelijk oneigenlijk gebruik van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV).
Meer weten?
Wilt u meer weten over resultaatgericht werken, de consequenties van recente jurisprudentie en mogelijkheden om hiermee pragmatisch om te gaan, neem dan contact op met:
- Femke de Vos, 06 52 58 57 08, f.d.vos@telengy.nl
- Jos van Dijk, 06 27 03 57 76, j.v.dijk@telengy.nl
- Anouk Kersten, 06 49 89 06 00, a.kersten@telengy.nl