Na de (sociale media) optredens van Elon Musk, Mark Zuckerberg en Joe Biden begint het publiek debat ook in Nederland: politici, wetenschappers en journalisten die lang vanuit de zijlijn hebben staan roepen krijgen een podium. Iedereen luistert in de weekenden naar talkshows en podcasts over de invloed van Big Tech en politieke beïnvloeding door digitale technologie. Het debat verbreedt zich van inmenging naar autonomie en hoe digitale technologie ons leven en de maatschappij vormgeeft. Ook in de podcast van NRC Haagse Zaken kwam de machtsstrijd tussen politiek en Big Tech ter sprake en opvallend genoeg werd daar ook gesproken over gemeenten en de grote afhankelijkheid van Big Tech-leveranciers bij gegevens opslag: een conclusie is dat we daar geen controle meer over hebben.
Ik vraag mij af in hoeverre gemeenten de ruimte hebben voor het omgaan met digitale technologie en Big Tech?
Het dilemma
Eén van Johan Rudolph Thorbecke meest significante bijdragen was de Gemeentewet van 1851. De Gemeentewet zorgde voor uniforme regels voor het bestuur en de financiën van gemeenten en introduceerde principes van democratie en zelfbestuur, wat inhield dat burgers meer invloed kregen op het lokale bestuur door middel van gemeenteraadsverkiezingen. Dit fijnmazig model leent zich enorm voor electorale representativiteit. Maar in deze tijd versplintert de autonomie onze publieke digitale infrastructuur in een onbeheersbaar landschap waar bij elke poging tot o.a. sturing, toezicht of interoperabiliteit een onmogelijke opgave lijkt te worden. Gemeenten hebben nog steeds de autonomie met decentrale taken en een eigen bedrijfsvoering, maar de centrale overheid stuurt significant meer met programma’s, standaarden en wetgeving. Dit laatste vraagt om steeds meer capaciteit en middelen, waardoor er lokaal minder ruimte is voor eigen accenten en initiatieven.
Ruimte voor de vooruitstrevende ambtenaar
Aan het eind van een lange dag vertellen mijn oudere collega-adviseurs graag over de tijd waar zij kabels door gemeenten trokken om grote rekenapparaten aan de gang te krijgen. Vaak waren dit passie projecten van een vooruitstrevende ambtenaar die wist dat het makkelijk en sneller kon. Tegenwoord is ons werk minder operationeel, maar ook minder georganiseerd vanuit een lokaal initiatief. Dit komt door enkele ontwikkelingen:
Regionale samenwerkingen
Veel gemeenten maken meer gebruik van regionale ICT-samenwerkingen, zoals shared service centers of platforms. Deze samenwerkingen bieden schaalvoordelen, maar beperken tegelijkertijd de flexibiliteit. Gemeenten zijn gebonden aan gestandaardiseerde oplossingen die minder ruimte laten voor maatwerk.
Eigen strategie of visie
Het budget voor digitale transformatie is vaak te klein, en gespecialiseerde strategische informatiegerichte werkgroepen ontbreken. Strategische keuzes worden hierdoor vaker bepaald door praktische overwegingen of overgenomen van grotere gemeenten en samenwerkingsverbanden.
Dominantie van Europese en landelijke kaders
Europese en landelijke richtlijnen, zoals de Wet digitale overheid, AVG en gemeentelijke standaarden dicteren een groot deel van het beleid. Dit is noodzakelijk voor uniformiteit en veiligheid, maar laat weinig ruimte, capaciteit en middelen over voor experimenten of unieke oplossingen.
Waar ligt dan de ruimte?
Hoewel gemeenten steeds meer afhankelijk zijn van landelijke kaders en samenwerkingsverbanden, zijn er mogelijkheden om lokaal het verschil te maken. Hier zijn enkele suggesties:
Prioriteren op lokale impact
Gemeenten kunnen binnen de gestelde kaders keuzes maken die aansluiten bij de specifieke behoeften van hun inwoners. Dit vraagt om een focus op de thema’s die lokaal het grootste verschil maken, zoals toegankelijkheid, duurzaamheid of mobiliteit.
Inwonergericht werken
Een sterkere band met inwoners kan gemeenten helpen zich te onderscheiden. Door inwoners actief te betrekken bij de vormgeving van digitale diensten, kunnen oplossingen ontstaan die beter aansluiten bij de behoeften van de lokale gemeenschap.
Kleine stappen richting datagestuurd werken
Data biedt een kans om met beperkte middelen toch lokaal impact te maken. Door klein te beginnen, bijvoorbeeld met het monitoren van lokale verkeersstromen of afvalinzameling, kunnen gemeenten betere beslissingen nemen en processen optimaliseren.
Nog wel aan het stuur
De idealen van Thorbecke kennen geen digitale publieke infrastructuur, waardoor we risico’s lopen in een tijdperk waarin Big Tech de digitale publieke ruimte domineren. In deze werkelijkheid is er toch nog ruimte voor gemeenten om eigen accenten te leggen: door lokaal prioriteiten te stellen, inwonergericht te werken en datagedreven keuzes te maken. Gemeenten vinden het wiel niet zelf meer uit, maar zitten in de huidige constructie nog wel aan het stuur.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Roel Ottens via info@telengy.nl of 040 290 12 12.