Telengy-adviseur Femke de Vos is van juni 2018 tot en met 31 december 2018 als regionale projectleider inkoop Wmo aan de slag gegaan. Haar taak was om samen met de regiogemeenten te komen tot een inkoopstrategie voor de inkoop van begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf (Wmo 2015 taken) en bijbehorende noodzakelijke samenwerkingsafspraken.
Terug in de tijd
Eerst even terug in de tijd: in 2015 hebben de gemeenten in de regio Meierij (de gemeenten Boxtel, Haaren, Sint Michielsgestel, Vught, Meierijstad en ’s-Hertogenbosch) hun samenwerking rondom de inkoop van specialistische hulp voor Wmo bekrachtigd in de Samenwerkingsovereenkomst Specialistische hulp Wmo Meierij. Deze regeling loopt tot 1 januari 2020. In juni 2018 is deze samenwerkingsovereenkomst en bijbehorende inkoopsystematiek geëvalueerd.
Bij de evaluatie van de regionale samenwerking rondom inkoop Wmo is het volgende geconstateerd:
- De gehanteerde samenwerkingsafspraken en inkoopsystematiek hebben ertoe bijgedragen dat de transitie van Wmo naar de gemeenten goed is verlopen.
- De gewenste inhoudelijke vernieuwingen (transformatie) zijn nog onvoldoende zichtbaar.
- De regionale samenwerking is onvoldoende slagvaardig.
Het advies luidde:
“Zorg voor effectievere inkoopafspraken die bijdragen aan het realiseren van de regionale en lokale beleidsdoelstellingen en maak goede afspraken over taken, verantwoordelijkheden, heldere kaders en aansturing voor de regionale inkooporganisatie en de regiogemeenten.”
Naar aanleiding van de evaluatie zijn vervolgens de volgende regionale bestuurlijke uitgangspunten geformuleerd:
- Ruimte om als gemeenten in te kunnen spelen op vragen die zich voordoen (ruimte voor lokale pilots) en meer ruimte voor tussentijdse toetreding lokale aanbieders.
- Administratieve eenvoud voor gemeenten, aanbieders, inwoners en toegang waardoor zoveel mogelijk middelen naar de specialistische ondersteuning kunnen.
Proces om te komen tot de inkoopstrategie en centrumregeling
Vervolgens is een ambtelijke werkgroep aan de slag gegaan waarin vertegenwoordigers zaten vanuit de zes gemeenten en vanuit verschillende functies (o.a. beleidsadviseurs, financieel adviseurs en inkoopadviseurs). Deze werkgroep heeft een vertaling gemaakt van leerpunten en bestuurlijke uitgangspunten naar een inkoopstrategie. Daar zijn huidige zorgaanbieders, toegangsmedewerkers en Wmo-adviesraden bij betrokken. In december 2018 heeft dit geleid tot een Regionale Inkoopstrategie Specialistische Ondersteuning 2020-2021 en een daarbij behorende nieuwe Centrumregeling regio Meierij Wmo 2020. Ondertussen zijn deze stukken vastgesteld door alle colleges van B&W en de gemeenteraden.
Een blik in de inkoopstrategie
De leerpunten uit de evaluatie en bestuurlijke wensen rondom de regionale samenwerking, bekostigingsmethodiek en financieringssystematiek zijn meegenomen bij het opstellen van de inkoopstrategie.
In de inkoopstrategie gaan we uit van:
- Open House als inkoopmethodiek, waarbij we streven naar een beperking van het aantal aanbieders, via het in stand houden en of faciliteren van bepaalde functies van een huidige Wmo-coöperatie;
- een inspanningsbekostiging als financieringssystematiek voor de verschillende hulpvormen en categorieën door middel van een vast bedrag per klant per maand;
- twee keer per jaar een toetredingsmogelijkheid voor nieuwe aanbieders:
- het hanteren van drie hulpvormen (begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf) om in te kopen;
- een overeenkomst voor de duur van twee jaar, met jaarlijks stilzwijgende verlenging.
De echte gewenste veranderingen binnen de zorg (transformatie) waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn en naar streven is een lokale, gemeentebrede verantwoordelijkheid. De regionale samenwerking rondom de inkoop van de functies begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf (specialistische ondersteuning) maakt hier maar een klein onderdeel van uit. Specialistische ondersteuning is het sluitstuk in het ondersteuningsaanbod dat gemeenten hun burgers kunnen bieden. De regionale inkoop is daarmee faciliterend aan de transformatie, niet richtinggevend. We vragen wel van aanbieders dat zij deze specialistische ondersteuning op een juiste manier inzetten: dichtbij in de wijk, samen met de (eigen kracht van de) cliënt (en zijn sociaal netwerk). Daarbij moet de ondersteuning niet zwaarder en langer zijn dan nodig. De lokale toegangen krijgen de rol om op cliëntniveau hierop te sturen.
Daarnaast hebben gemeenten de behoefte om zelf lokale projecten of pilots te kunnen starten om invulling te geven aan de gewenste veranderingen. Afhankelijk van het type pilot kan het gaan om gebiedsgerichte experimenten of afspraken met lokale aanbieders die kunnen overlappen met lopende contracten of aanbestedingen. Dit kan, maar onder voorwaarden, afhankelijk van de kenmerken van een pilot en de mate waarin het ingrijpt op de ingekochte hulp.
In de nieuwe centrumregeling wordt door elke gemeente de zorg betaald voor de eigen inwoners op basis van aantallen en komt de huidige financiele solidariteit te vervallen. Dat betekent dat er met name lokaal ingezet wordt op de transformatie: het geschikt en toegankelijk maken van het voorliggend veld voor inwoners met een beperking en een strikte toegangspoortfunctie.
Een blik in de Centrumregeling
De huidige samenwerkingsovereenkomst is een lichte vorm van samenwerken. De gemeenten Boxtel, Haaren, Sint Michielsgestel, Vught, Meierijstad en ‘s-Hertogenbosch waren gezamenlijk verantwoordelijk voor de inkoop en accountmanagement. Vanaf 2020 is het voorstel om te gaan werken met een centrumregeling. Dan wordt gemeente ‘s-Hertogenbosch de centrumgemeente. Er zal door deze centrumregelingsconstructie intensiever worden samengewerkt, zoals ook landelijk wordt aangegeven. De nieuwe centrumregeling Wmo sluit aan bij de gelijktijdig vastgestelde regionale centrumregeling Jeugdzorg.
Uitgangspunt van de centrumregeling is dat de gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de inkoopopdracht aan een onafhankelijke inkooporganisatie en dat een duidelijke scheiding wordt aangebracht tussen inkoop en beleid. Dit is in de voorgelegde centrumregeling geborgd. De regionale inkooporganisatie wordt los van het beleid gepositioneerd en bestaat uit toegewijde professionals met grote deskundigheid die in staat zijn het zakelijk opdrachtgeverschap regionaal vorm te geven. De lokale en regionale rollen worden expliciet gescheiden om onafhankelijkheid te borgen.
Het gezamenlijk vormgeven van de inkoop via de centrumregeling draagt bij aan de vereenvoudiging van de zorg. Daarnaast wordt voor aanbieders helder dat de centrumgemeente ‘s-Hertogenbosch aanspreekpunt is, en dat de inkoop en het contract- en leveranciersmanagement van de zes gemeenten gezamenlijk wordt vormgegeven. Ook hebben gemeenten in de fase van contracteren gezamenlijk een sterkere onderhandelingspositie bij het bepalen van tarief en contract afspraken richting aanbieders van Wmo specialistische ondersteuning, dan wanneer per individuele gemeente gecontracteerd zou worden.
Continuering van de regionale samenwerking bij de inkoop van de gespecialiseerde Wmo voorkomt bureaucratie en zorgt ervoor dat zoveel mogelijk middelen besteed worden aan het doel waarvoor zij beschikbaar worden gesteld, namelijk de hulp en ondersteuning aan onze inwoners.
Monitoring en evaluatie
In de nieuwe Regionale Inkoopstrategie en Centrumregeling worden taken op gebied van monitoring en sturing nadrukkelijk meegenomen. Het gaat hierbij om voortgangsbewaking en het inspelen op (lokale en regionale) ontwikkelingen. Uitgangspunt hierbij is dat de informatievoorziening op regionaal en lokaal niveau wordt ingericht met als doel:
- inzicht te geven aan alle betrokkenen in de Wmo-keten;
- op basis van dit inzicht lokaal sturing mogelijk maken door betrokkenen.
Door een juiste inrichting van de monitoring maakt de regio Meierij het mogelijk om te evalueren of gestelde beleidsdoelen en normen op een efficiënte, effectieve en flexibele wijze worden gerealiseerd.
Tot slot
Nu op naar de voorbereidingen om voor de zomer van 2019 de aanmelddocumenten te publiceren op Tenderned. Verder worden voorbereidingen gestart om de uitvoeringszaken die erbij komen kijken te borgen zodat de toegangsmedewerkers gefaciliteerd zijn om hun werk goed en prettig te kunnen doen voor de inwoners. De betrokkenheid van alle medewerkers was hoog en de kwaliteit van zorg voor inwoners stond en staat voorop in deze regio. Het was mede daarom een mooi en boeiend project om aan mee te mogen werken.
Meer weten?
Wilt u meer weten, neem dan contact op met Femke de Vos via telefoonnummer 06 52 58 57 08 of via e-mail: f.d.vos@telengy.nl.