De rol en het takenpakket van de gemeenten zijn sterk in ontwikkeling. De uitvoering van de gemeentelijke taken wordt steeds meer afgestemd op andere overheden en ketenpartners. De uitvoering van het iNUP (basisregistraties en KCC-vorming), slimmer werken door samenwerken, werken onder architectuur, digitalisering van werkprocessen) veranderen niet alleen de inhoud van de i-functie maar stellen ook andere eisen aan de kennis en competenties binnen gemeente of samenwerkingsverband. Lees het bijgevoegde referentiemodel i-functie, waarin onze visie op de toekomst van de i-functie is weergegeven. Inmiddels hebben wij op basis van dit model in opdracht van KING voor de iNUP-Academy een analysetool GRIP genaamd ontwikkeld, waarmee snel inzicht kan worden verworven of uw gemeente klaar is voor de toekomst.
De i-functie moet een transitie doormaken van niet alleen ondersteunend vanuit de behoefte van de verschillende vakafdelingen, naar ook kaderstellend en standaardiserend vanuit de gemeentebreed ingezette ontwikkelingen. Daarbij wordt de relatie tussen de I-functie en functioneel beheer, gegevensbeheer, zakenbeheer en procesherinrichting steeds scherper in beeld: waar liggen de grenzen van de taakafbakening en hoe wordt de samenwerking goed ingeregeld. Steeds nadrukkelijker komt de vraag naar voren of de doorsnee gemeentelijke i-functie wel voldoende is toegerust zijn om adequaat op deze ontwikkelingen in te spelen. Met behulp van het referentiemodel i-functie kunnen gemeenten op systematische wijze deze vraag beantwoorden.
In deze notitie geven wij aan hoe gemeenten met dergelijke vragen en ontwikkelingen rond de i-functie kunnen omgaan. Wij baseren ons daarbij op de ervaringen die wij in een groot aantal opdrachten voor gemeenten op het snijvlak van ICT-vernieuwing, organisatie en dienstverlening hebben opgedaan. Uitgaande van een middelgrote gemeente (20- 60.000 inwoners) presenteren wij een referentiemodel i-functie als hulpmiddel om de gedachtewisseling over het toekomstige i-functie te structureren.
De toepassing van het referentiemodel I-functie
Het model is een hulpmiddel om voor elke gemeente scherper in beeld te krijgen welke maatregelen genomen moeten worden om de i-functie goed toe te rusten voor de toekomst. In het schema hieronder zijn de te nemen stappen beknopt weergegeven.
Stap 1 en 2 brengen de vraag en de uitgangssituatie (aan de hand van het model) in beeld. Wat is goed ingevuld, welke relaties zijn goed ingeregeld, waar is nog sprake van witte plekken of niet goed ingeregelde relaties en vooral: tot welke soort ongewenste situaties leidt de huidige situatie.
Stap 3 scherpt de vraag aan: waar zitten nu vooral de problemen en vormt daarmee de basis voor de oplossingsrichting, die in stap 4 benoemd wordt.
Tot slot worden in stap 5 de maatregelen op een rij gezet en vertaald naar acties, die nodig zijn om de geformuleerde oplossingen te bereiken.
Gemeenten kunnen zelfstandig het referentiemodel I-functie toepassen op hun eigen situatie. Ook is het mogelijk om de toepassing van het model door een deskundige adviseur van GEON of Telengy te laten begeleiden.
Opvragen publicatie ‘Referentiemodel I-functie’
Vul hier uw gegevens in. U krijgt dan direct een exemplaar per e-mail toegestuurd.
Meer informatie
Download hier het NUP Alive en Kicking Magazine.